1. De in artikel 51, eerste alinea, bedoelde goederen mogen door de organisaties die voor vrijstelling in aanmerking komen, niet onder andere voorwaarden dan die van genoemd artikel worden uitgeleend, verhuurd, noch onder bezwarende titel of om niet worden overgedragen, zonder dat de bevoegde autoriteiten daarvan vooraf in kennis zijn gesteld.
2. Indien de goederen worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen aan een organisatie die krachtens artikel 51 voor vrijstelling in aanmerking komt, blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde instelling de betrokken goederen gebruikt voor doeleinden welke recht geven op het verlenen van deze vrijstelling.
In de overige gevallen mag het uitlenen, verhuren of overdragen pas plaatsvinden na de voorafgaande betaling van de btw, tegen het op het tijdstip van het uitlenen, verhuren of overdragen van kracht zijnde tarief, zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard.